Het kan je de afgelopen maanden niet zijn ontgaan: de enorme discussie rondom de inzet van ZZP’ers. Veel branches zetten ZZP’ers in, waaronder ook onze branche: de horeca. De ZZP’er wordt bijvoorbeeld ingehuurd als bar- of bedieningsmedewerker. Het inhuren van de ZZP’er kan rechtstreeks, maar gebeurt in veel gevallen ook via ZZP-platformen. Je zult ongetwijfeld hebben gehoord dat op 1 januari het een en ander gaat veranderen in de manier waarop ZZP’ers kunnen worden ingezet. Het is best een complex verhaal, ook voor ons. In deze blog, die vooral is bedoeld voor opdrachtgevers, proberen we zo goed mogelijk uiteen te zetten wat er nu aan de hand is.
De Wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties) bepaalt sinds 1 mei 2016 de regels voor het werken met ZZP’ers. Het doel van de wet is om opdrachtgevers en zelfstandigen duidelijkheid te geven over de aard van hun arbeidsrelatie en om schijnzelfstandigheid te voorkomen. Wanneer we deze wet onder de loep nemen is het duidelijk dat veel ZZP’ers die in Nederland werken eigenlijk een loondienstverband hebben. Zeker in de horecabranche is vaak sprake van schijnzelfstandigheid.
Bij intreding van de Wet DBA heeft de overheid ook het ‘handhavingsmoratorium’ ingesteld. Dit was een tijdelijke maatregel om de onzekerheid die de nieuwe wet met zich mee bracht tegen te gaan. In de praktijk betekent dit dat de Belastingdienst beperkt handhaving toepast op de Wet DBA. Het gevolg hiervan is dat er grote mate van schijnzelfstandigheid is ontstaan in verschillende branches, waaronder de horeca.
Op 1 januari 2025 wordt het handhavingsmoratorium afgeschaft en krijgt de Belastingdienst meer ruimte om streng te controleren op arbeidsrelaties. Dit betekent dat opdrachtgevers die zzp’ers inzetten, moeten kunnen bewijzen dat sprake is van ‘echte’ zelfstandigheid. Wanneer bij controles blijkt dat er sprake is van schijnzelfstandigheid kunnen er voor opdrachtgevers grote gevolgen zijn.
Wat zijn de gevolgen?
Als sprake is van schijnzelfstandigheid, dan zijn dit de belangrijkste gevolgen:
De opdrachtgever is juridisch gezien verantwoordelijk voor het correct vaststellen van de arbeidsrelatie. Dit betekent dat de opdrachtgever moet beoordelen of de ZZP’er daadwerkelijk als zelfstandige werkt of dat sprake is van een dienstverband. Zelfs als een ZZP’er via een platform is ingehuurd, ontslaat dit de opdrachtgever niet van de verplichting om de arbeidsrelatie correct in te schatten. Met andere woorden: ook in de situatie waarin een ZZP-platform bemiddeld, blijven eerder genoemde risico’s bestaan.
Nadat we ons hebben verdiept in de wet- en regelgeving en de manier waarop ZZP’ers in de horeca worden ingezet is voor ons de conclusie: bij het overgrote deel van deze constructies is sprake van een loondienstverband en dus schijnzelfstandigheid.
Om onze opdrachtgevers te beschermen tegen de grote risico’s hiervan werken wij niet met ZZP’ers. Alle Feestgemakkers zijn in loondienst. Onze opdrachtgevers lopen dus geen risico in het kader van schijnzelfstandigheid. Sterker nog, als uitzendbureau worden wij twee keer per jaar streng gecontroleerd op onze processen. Dit levert ons het SNA Keurmerk / NEN 4400-1 certificaat op.
Onze conclusie hebben we onder andere getrokken uit de onderstaande kenmerken die volgens de overheid horen bij loondienst:
Als je op dit moment samenwerkt met ZZP’ers is het verstandig jouw samenwerkingen te toetsen aan de hand van de criteria van de overheid. Mogelijk is het in jouw geval wel houdbaar of moet je de constructie iets aanpassen. Echter, in veel gevallen denken wij dat het niet verstandig is de samenwerking op dezelfde manier in stand te houden. De ZZP’er in dienst nemen, is dan een goede oplossing.
Bij Feestgemak bieden wij een andere oplossing: onze professionele horeca uitzendkrachten zijn beschikbaar op de momenten dat jij hen nodig hebt. Alle Feestgemakkers zijn in loondienst en je loopt dus geen risico in het kader van schijnzelfstandigheid. Ben je benieuwd naar onze werkwijze? Bel of mail ons. We maken graag kennis met je.